Informatie over het woord tegemoetgaan (Nederlands → Esperanto: iri renkonte al)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/təɣəˈmutxan/
Afbrekingte·ge·moet·gaan

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) ga tegemoet(ik) ging tegemoet
(jij) gaat tegemoet(jij) ging tegemoet
(hij) gaat tegemoet(hij) ging tegemoet
(wij) gaan tegemoet(wij) gingen tegemoet
(jullie) gaan tegemoet(jullie) gingen tegemoet
(gij) gaat tegemoet(gij) gingt tegemoet
(zij) gaan tegemoet(zij) gingen tegemoet
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) tegemoetga(dat ik) tegemoetginge
(dat jij) tegemoetga(dat jij) tegemoetginge
(dat hij) tegemoetga(dat hij) tegemoetginge
(dat wij) tegemoetgaan(dat wij) tegemoetgingen
(dat jullie) tegemoetgaan(dat jullie) tegemoetgingen
(dat gij) tegemoetgaat(dat gij) tegemoetginget
(dat zij) tegemoetgaan(dat zij) tegemoetgingen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
ga tegemoetgaat tegemoet
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
tegemoetgaand, tegemoetgaande(zijn) tegemoetgegaan

Voorbeelden van gebruik

Ik ging hem zelf tegemoet.
Ẉanneer men in de sloepen zou gaan, zou dat niet betekenen dat men een zekere ondergang tegemoetging?
Maar ik kan het gevoel niet van me afzetten dat ik u een gruwelijk gevaar tegemoet laat gaan.

Vertalingen

Esperantoiri renkonte al