Informatie over het woord binnenrukken (Nederlands → Esperanto: invadi)

Synoniemen: binnenvallen, invallen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈbɪnə(n)rɵkə(n)/
Afbrekingbin·nen·ruk·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) ruk binnen(ik) rukte binnen
(jij) rukt binnen(jij) rukte binnen
(hij) rukt binnen(hij) rukte binnen
(wij) rukken binnen(wij) rukten binnen
(jullie) rukken binnen(jullie) rukten binnen
(gij) rukt binnen(gij) ruktet binnen
(zij) rukken binnen(zij) rukten binnen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) binnenrukke(dat ik) binnenrukte
(dat jij) binnenrukke(dat jij) binnenrukte
(dat hij) binnenrukke(dat hij) binnenrukte
(dat wij) binnenrukken(dat wij) binnenrukten
(dat jullie) binnenrukken(dat jullie) binnenrukten
(dat gij) binnenrukket(dat gij) binnenruktet
(dat zij) binnenrukken(dat zij) binnenrukten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
ruk binnenrukt binnen
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
binnenrukkend, binnenrukkende(zijn) binnengerukt

Vertalingen

Catalaansenvair
Duitseinfallen; einfallen in; eindringen in; überfallen; angreifen; befallen; sich ausbreiten über; überlaufen; herfallen über; heimsuchen
Engelsinvade; encroach; overrun; raid
Esperantoinvadi
Fransenvahir
Nederduitsbinnenvallen
Portugeesinvadir
Roemeensinvada
Russischвторгаться
Saterfriesienfaale; ientringe
Spaansinvadir
Tsjechischnapadnout; vpadnout; vtrhnout