Informatie over het woord konkelen (Nederlands → Esperanto: intrigi)

Synoniemen: bekonkelen, intrigeren, kuipen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈkɔŋkələ(n)/
Afbrekingkon·ke·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) konkel(ik) konkelde
(jij) konkelt(jij) konkelde
(hij) konkelt(hij) konkelde
(wij) konkelen(wij) konkelden
(jullie) konkelen(jullie) konkelden
(gij) konkelt(gij) konkeldet
(zij) konkelen(zij) konkelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) konkele(dat ik) konkelde
(dat jij) konkele(dat jij) konkelde
(dat hij) konkele(dat hij) konkelde
(dat wij) konkelen(dat wij) konkelden
(dat jullie) konkelen(dat jullie) konkelden
(dat gij) konkelet(dat gij) konkeldet
(dat zij) konkelen(dat zij) konkelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
konkelkonkelt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
konkelend, konkelende(hebben) gekonkeld

Voorbeelden van gebruik

Wat konkelen betreft zal ik nooit aan hem kunnen tippen.

Vertalingen

Catalaansintrigar
DuitsRänke anzetteln; intrigieren; Ränke schmieden; heimlich arbeiten
Engelsintrigue; scheme
Esperantointrigi
Finsjuonitella
Fransintriguer
Portugeesenredar; intrigar
Saterfriesintrigierje
Spaansintrigar; tramar