Informatie over het woord strengelen (Nederlands → Esperanto: interplekti)

Synoniemen: dooreenvlechten, doorvlechten, vervlechten, doorwérken

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) strengel(ik) strengelde
(jij) strengelt(jij) strengelde
(hij) strengelt(hij) strengelde
(wij) strengelen(wij) strengelden
(jullie) strengelen(jullie) strengelden
(gij) strengelt(gij) strengeldet
(zij) strengelen(zij) strengelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) strengele(dat ik) strengelde
(dat jij) strengele(dat jij) strengelde
(dat hij) strengele(dat hij) strengelde
(dat wij) strengelen(dat wij) strengelden
(dat jullie) strengelen(dat jullie) strengelden
(dat gij) strengelet(dat gij) strengeldet
(dat zij) strengelen(dat zij) strengelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
strengelstrengelt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
strengelend, strengelende(hebben) gestrengeld

Vertalingen

Engelsintersperse; interweave
Esperantointerplekti