Informatie over het woord insect (Nederlands → Esperanto: insekto)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɪnˈsɛkt/
Afbrekingin·sect
Geslachtonzijdig
Meervoudinsecten

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
insectjeinsectjes

Voorbeelden van gebruik

Hij had veel last van de insecten, en het zweet liep in stromen langs zijn lichaam.
Er waren geen vogels, geen andere dieren, zelfs geen insecten.
Kun je insecten eten?
Moeten we ons in Nederland ook zorgen maken over het insect?

Vertalingen

Afrikaansinsek; gogga
Catalaansinsecte
Deensinsekt
DuitsInsekt; Kerbtier
Engelsbug; insect
Esperantoinsekto
Faeröersflogkykt
Finshyönteinen
Fransinsecte
Hongaarsrovar
Italiaansinsetto
Noorsinsekt
Papiamentsinsekto
Portugeesinsecto
SaterfriesInsekt
Spaansinsecto
Swahilimdudu
Thaisแมลง; แมง
Tsjechischhmyz
Turksböcek
Westerlauwers Friesynsekt
Zweedsinsekt; kryp