Informatie over het woord inenten (Nederlands → Esperanto: inokuli)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈinɛntə(n)/
Afbrekingin·en·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) ent in(ik) ente in
(jij) ent in(jij) ente in
(hij) ent in(hij) ente in
(wij) enten in(wij) enten in
(jullie) enten in(jullie) enten in
(gij) ent in(gij) entet in
(zij) enten in(zij) enten in
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) inente(dat ik) inente
(dat jij) inente(dat jij) inente
(dat hij) inente(dat hij) inente
(dat wij) inenten(dat wij) inenten
(dat jullie) inenten(dat jullie) inenten
(dat gij) inentet(dat gij) inentet
(dat zij) inenten(dat zij) inenten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
ent inent in
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
inentend, inentende(hebben) ingeënt

Voorbeelden van gebruik

De vijfentwintig dieren die niet waren ingeënt, stierven alle.

Vertalingen

Catalaansinocular
Duitsimpfen; einimpfen; okulieren; durchdringen; erfüllen
Engelsinoculate
Esperantoinokuli
Faeröersgeva inn; gróðurseta; pota niður í
Saterfriesääntje; okulierje
Spaansinocular