Informatie over het woord verwekelijken (Nederlands → Esperanto: ineciĝi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verwekelijk(ik) verwekelijkte
(jij) verwekelijkt(jij) verwekelijkte
(hij) verwekelijkt(hij) verwekelijkte
(wij) verwekelijken(wij) verwekelijkten
(jullie) verwekelijken(jullie) verwekelijkten
(gij) verwekelijkt(gij) verwekelijktet
(zij) verwekelijken(zij) verwekelijkten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verwekelijke(dat ik) verwekelijkte
(dat jij) verwekelijke(dat jij) verwekelijkte
(dat hij) verwekelijke(dat hij) verwekelijkte
(dat wij) verwekelijken(dat wij) verwekelijkten
(dat jullie) verwekelijken(dat jullie) verwekelijkten
(dat gij) verwekelijket(dat gij) verwekelijktet
(dat zij) verwekelijken(dat zij) verwekelijkten
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verwekelijkend, verwekelijkende(zijn) verwekelijkt

Vertalingen

Esperantoineciĝi