Informatie over het woord gastvrijheid (Nederlands → Esperanto: gastameco)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɣɑs(t)ˈfrɛi̯ɦɛi̯t/
Afbrekinggast·vrij·heid
Geslachtvrouwelijk

Voorbeelden van gebruik

Ik stel de gastvrijheid van je vrouw erg op prijs.
„Dank u,” zei hij, terwijl hij een geamuseerde blik in de richting van Ulsenn wierp, „maar wat de gastvrijheid betreft, is uw man misschien een andere mening toegedaan.”
Voor Gersen waren het drie aangename dagen, hoewel de gastvrijheid verleend werd door een man die hij voornemens was te doden.
Het was het huis van een boer, maar wat betreft gastvrijheid was het evenveel waard als het huis van een koning.

Vertalingen

Afrikaansgasvryheid
DuitsGastfreundschaft
Engelshospitality
Esperantogastameco; gastamo
Papiamentshospitalidat
Portugeeshospitalidade