Informatie over het woord paaien (Nederlands → Esperanto: fraji)

Synoniem: kuit schieten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈpaːjə(n)/
Afbrekingpaai·en

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) paai(ik) paaide
(jij) paait(jij) paaide
(hij) paait(hij) paaide
(wij) paaien(wij) paaiden
(jullie) paaien(jullie) paaiden
(gij) paait(gij) paaidet
(zij) paaien(zij) paaiden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) paaie(dat ik) paaide
(dat jij) paaie(dat jij) paaide
(dat hij) paaie(dat hij) paaide
(dat wij) paaien(dat wij) paaiden
(dat jullie) paaien(dat jullie) paaiden
(dat gij) paaiet(dat gij) paaidet
(dat zij) paaien(dat zij) paaiden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
paaipaait
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
paaiend, paaiende(hebben) gepaaid

Voorbeelden van gebruik

Dan komen vanuit de wateren rond de Zuidpool de sardines langs, op weg naar de warme Indische Oceaan om te paaien.
Deze vissen zijn naar zee gezwommen en keren vermoedelijk over ongeveer drie jaar terug om te paaien.

Vertalingen

Duitslaichen
Engelsspawn
Esperantofraji