Informatie over het woord wegflikkeren (Nederlands → Esperanto: forĵetaĉi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) flikker weg(ik) flikkerde weg
(jij) flikkert weg(jij) flikkerde weg
(hij) flikkert weg(hij) flikkerde weg
(wij) flikkeren weg(wij) flikkerden weg
(jullie) flikkeren weg(jullie) flikkerden weg
(gij) flikkert weg(gij) flikkerdet weg
(zij) flikkeren weg(zij) flikkerden weg
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) wegflikkere(dat ik) wegflikkerde
(dat jij) wegflikkere(dat jij) wegflikkerde
(dat hij) wegflikkere(dat hij) wegflikkerde
(dat wij) wegflikkeren(dat wij) wegflikkerden
(dat jullie) wegflikkeren(dat jullie) wegflikkerden
(dat gij) wegflikkeret(dat gij) wegflikkerdet
(dat zij) wegflikkeren(dat zij) wegflikkerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
flikker wegflikkert weg
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
wegflikkerend, wegflikkerende(hebben) weggeflikkerd

Vertalingen

Esperantoforĵetaĉi