Synoniemen: verdringen, verduwen, wegduwen, wegstoten, afduwen
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) dring weg | (ik) drong weg |
(jij) dringt weg | (jij) drong weg |
(hij) dringt weg | (hij) drong weg |
(wij) dringen weg | (wij) drongen weg |
(jullie) dringen weg | (jullie) drongen weg |
(gij) dringt weg | (gij) drongt weg |
(zij) dringen weg | (zij) drongen weg |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) wegdringe | (dat ik) wegdronge |
(dat jij) wegdringe | (dat jij) wegdronge |
(dat hij) wegdringe | (dat hij) wegdronge |
(dat wij) wegdringen | (dat wij) wegdrongen |
(dat jullie) wegdringen | (dat jullie) wegdrongen |
(dat gij) wegdringet | (dat gij) wegdronget |
(dat zij) wegdringen | (dat zij) wegdrongen |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
dring weg | dringt weg |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
wegdringend, wegdringende | (hebben) weggedrongen |