Informatie over het woord formatie (Nederlands → Esperanto: formacio)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/fɔrˈma(t)si/
Afbrekingfor·ma·tie
Geslachtvrouwelijk
Meervoudformaties

Voorbeelden van gebruik

Eénmaal zag hij een formatie vliegtuigen, ver voor zich.
De compagnieën verbraken hun formatie en de mannen trokken verder in groepjes van tien tot twaalf man.

Vertalingen

DuitsFormation; Verband; Formatio
Engelsformation
Esperantoformacio