Informatie over het woord wegwaaien (Nederlands → Esperanto: forbloviĝi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈʋɛxʋaːjə(n)/
Afbrekingweg·waai·en

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) waai weg(ik) waaide weg, woei weg
(jij) waait weg(jij) waaide weg, woei weg
(hij) waait weg(hij) waaide weg, woei weg
(wij) waaien weg(wij) waaiden weg, woeien weg
(jullie) waaien weg(jullie) waaiden weg, woeien weg
(gij) waait weg(gij) waaidet weg, woeit weg
(zij) waaien weg(zij) waaiden weg, woeien weg
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) wegwaaie(dat ik) wegwaaide, wegwoeie
(dat jij) wegwaaie(dat jij) wegwaaide, wegwoeie
(dat hij) wegwaaie(dat hij) wegwaaide, wegwoeie
(dat wij) wegwaaien(dat wij) wegwaaiden, wegwoeien
(dat jullie) wegwaaien(dat jullie) wegwaaiden, wegwoeien
(dat gij) wegwaaiet(dat gij) wegwaaidet, wegwoeiet
(dat zij) wegwaaien(dat zij) wegwaaiden, wegwoeien
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
wegwaaiend, wegwaaiende(zijn) weggewaaid

Voorbeelden van gebruik

Bij veel woningen zijn alle dakpannen weggewaaid.

Vertalingen

Duitsverwehen; verweht werden; fortgeblasen werden
Esperantoforbloviĝi