Informatie over het woord klapwieken (Nederlands → Esperanto: flugilklaki)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈklɑpʋikə(n)/
Afbrekingklap·wie·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) klapwiek(ik) klapwiekte
(jij) klapwiekt(jij) klapwiekte
(hij) klapwiekt(hij) klapwiekte
(wij) klapwieken(wij) klapwiekten
(jullie) klapwieken(jullie) klapwiekten
(gij) klapwiekt(gij) klapwiektet
(zij) klapwieken(zij) klapwiekten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) klapwieke(dat ik) klapwiekte
(dat jij) klapwieke(dat jij) klapwiekte
(dat hij) klapwieke(dat hij) klapwiekte
(dat wij) klapwieken(dat wij) klapwiekten
(dat jullie) klapwieken(dat jullie) klapwiekten
(dat gij) klapwieket(dat gij) klapwiektet
(dat zij) klapwieken(dat zij) klapwiekten
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
klapwiekend, klapwiekende(hebben) geklapwiekt

Voorbeelden van gebruik

Op dat ogenblik spreidde het schepsel brede vleugels uit en klapwiekte weg, de jungle in.

Vertalingen

Esperantoflugilklaki