Informatie over het woord affiliëren (Nederlands → Esperanto: filiigi)

Synoniem: aannemen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɑfiliˈjeːrə(n)/
Afbrekingaf·fi·li·e·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) affilieer(ik) affilieerde
(jij) affilieert(jij) affilieerde
(hij) affilieert(hij) affilieerde
(wij) affiliëren(wij) affilieerden
(jullie) affiliëren(jullie) affilieerden
(gij) affilieert(gij) affilieerdet
(zij) affiliëren(zij) affilieerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) affiliëre(dat ik) affilieerde
(dat jij) affiliëre(dat jij) affilieerde
(dat hij) affiliëre(dat hij) affilieerde
(dat wij) affiliëren(dat wij) affilieerden
(dat jullie) affiliëren(dat jullie) affilieerden
(dat gij) affiliëret(dat gij) affilieerdet
(dat zij) affiliëren(dat zij) affilieerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
affilieeraffilieert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
affiliërend, affiliërende(hebben) geafillieerd

Vertalingen

Engelsaffiliate
Esperantofiliigi
Spaansadaptar; prohijar