Informatie over het woord vervalsen (Nederlands → Esperanto: falsi)

Synoniem: falsificeren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈvɑlsə(n)/
Afbrekingver·val·sen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) vervals(ik) vervalste
(jij) vervalst(jij) vervalste
(hij) vervalst(hij) vervalste
(wij) vervalsen(wij) vervalsten
(jullie) vervalsen(jullie) vervalsten
(gij) vervalst(gij) vervalstet
(zij) vervalsen(zij) vervalsten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) vervalse(dat ik) vervalste
(dat jij) vervalse(dat jij) vervalste
(dat hij) vervalse(dat hij) vervalste
(dat wij) vervalsen(dat wij) vervalsten
(dat jullie) vervalsen(dat jullie) vervalsten
(dat gij) vervalset(dat gij) vervalstet
(dat zij) vervalsen(dat zij) vervalsten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
vervalsvervalst
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
vervalsend, vervalsende(hebben) vervalst

Voorbeelden van gebruik

Het gaat om een cheque die hij heeft vervalst.
Nou, zij moet dat testament vervalst hebben.

Vertalingen

Afrikaansvervals
Catalaansfalsejar; falsificar
Deensforfalske
Duitsfälschen; verfälschen; panschen
Engelsfalsify; fake; forge; counterfeit; adulterate
Esperantofalsi; falsigi; falsofari
Faeröersfalsa; falska
Finsväärentää
Fransfalsifier; fausser
Portugeesadulterar; deturpar; falsear; falsificar
Roemeensfalsifica
Saterfriesfalskje
Spaansfalsear; falsificar
Tsjechischfalšovat; padělat; zfalšovat