Informatie over het woord brandweer (Nederlands → Esperanto: fajrobrigado)

Synoniem: brandweerkorps

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈbrɑntʋer/
Afbrekingbrand·weer
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk

Voorbeelden van gebruik

Eén persoon zat bekneld en moest door de brandweer worden bevrijd.
De regen zorgde donderdag al eerder voor overlast, vooral in de Achterhoek waar de brandweer zijn handen vol had aan ondergelopen kelders.
Ga dan voor een raam staan waar de brandweer u kan zien.

Vertalingen

Afrikaansbrandweer
Deensbrandvæsen
DuitsFeuerwehr; Feuerlöschmannschaft
Engelsfire‐brigade; fire department
Esperantofajrobrigado
LuxemburgsPompjeeën
Noorsbrannvesen
Portugeescorpo de bombeiros
Spaanscuerpo de bomberos
Westerlauwers Friesbrânwacht
Zweedsbrandkår