Informatie over het woord sprankelen (Nederlands → Esperanto: fajreri)

Synoniem: fonkelen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) sprankel(ik) sprankelde
(jij) sprankelt(jij) sprankelde
(hij) sprankelt(hij) sprankelde
(wij) sprankelen(wij) sprankelden
(jullie) sprankelen(jullie) sprankelden
(gij) sprankelt(gij) sprankeldet
(zij) sprankelen(zij) sprankelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) sprankele(dat ik) sprankelde
(dat jij) sprankele(dat jij) sprankelde
(dat hij) sprankele(dat hij) sprankelde
(dat wij) sprankelen(dat wij) sprankelden
(dat jullie) sprankelen(dat jullie) sprankelden
(dat gij) sprankelet(dat gij) sprankeldet
(dat zij) sprankelen(dat zij) sprankelden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
sprankelend, sprankelende(hebben) gesprankeld

Vertalingen

Afrikaansvonkel
Duitsfunkeln
Engelssparkle
Esperantofajreri
Portugeesbrilhar em fagulhas; expelir fagulhas