Informatie over het woord ingooien (Nederlands → Esperanto: enĵeti)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɪŋɣoːjə(n)/
Afbrekingin·gooi·en

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) gooi in(ik) gooide in
(jij) gooit in(jij) gooide in
(hij) gooit in(hij) gooide in
(wij) gooien in(wij) gooiden in
(jullie) gooien in(jullie) gooiden in
(gij) gooit in(gij) gooidet in
(zij) gooien in(zij) gooiden in
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) ingooie(dat ik) ingooide
(dat jij) ingooie(dat jij) ingooide
(dat hij) ingooie(dat hij) ingooide
(dat wij) ingooien(dat wij) ingooiden
(dat jullie) ingooien(dat jullie) ingooiden
(dat gij) ingooiet(dat gij) ingooidet
(dat zij) ingooien(dat zij) ingooiden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
gooi ingooit in
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
ingooiend, ingooiende(hebben) ingegooid

Vertalingen

Duitseinwerfen; hineinwerfen
Esperantoenĵeti