Informatie over het woord instouwen (Nederlands → Esperanto: enstivi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɪnstɑu̯ʋə(n)/
Afbrekingin·stou·wen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) stouw in(ik) stouwde in
(jij) stouwt in(jij) stouwde in
(hij) stouwt in(hij) stouwde in
(wij) stouwen in(wij) stouwden in
(jullie) stouwen in(jullie) stouwden in
(gij) stouwt in(gij) stouwdet in
(zij) stouwen in(zij) stouwden in
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) instouwe(dat ik) instouwde
(dat jij) instouwe(dat jij) instouwde
(dat hij) instouwe(dat hij) instouwde
(dat wij) instouwen(dat wij) instouwden
(dat jullie) instouwen(dat jullie) instouwden
(dat gij) instouwet(dat gij) instouwdet
(dat zij) instouwen(dat zij) instouwden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
stouw instouwt in
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
instouwend, instouwende(hebben) ingestouwd

Vertalingen

Esperantoenstivi