Informatie over het woord omsingelen (Nederlands → Esperanto: encirkligi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɔmˈsɪŋələ(n)/
Afbrekingom·sin·ge·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) omsingel(ik) omsingelde
(jij) omsingelt(jij) omsingelde
(hij) omsingelt(hij) omsingelde
(wij) omsingelen(wij) omsingelden
(jullie) omsingelen(jullie) omsingelden
(gij) omsingelt(gij) omsingeldet
(zij) omsingelen(zij) omsingelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) omsingele(dat ik) omsingelde
(dat jij) omsingele(dat jij) omsingelde
(dat hij) omsingele(dat hij) omsingelde
(dat wij) omsingelen(dat wij) omsingelden
(dat jullie) omsingelen(dat jullie) omsingelden
(dat gij) omsingelet(dat gij) omsingeldet
(dat zij) omsingelen(dat zij) omsingelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
omsingelomsingelt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
omsingelend, omsingelende(hebben) omsingeld

Voorbeelden van gebruik

Mariupolʹ is volledig omsingeld door Russische troepen, die van plan lijken de bevolking door uithongering en totale verwoesting op de knieën te dwingen.
Militairen van het Iraakse leger hebben Tikrīt omsingeld en willen de stad van alle kanten bestormen.
Binnen korte tijd hadden de indianen ook het bosje omsingeld en toen kwam de grote aanval.
We gaan hen omsingelen.
Omsingel het gebouw!
Wij waren dus niet meer omsingeld.

Vertalingen

Afrikaansomsingel
Duitseinkreisen; umstellen
Engelsclose in on
Esperantoencirkligi