Informatie over het woord dampen (Nederlands → Esperanto: elvapori)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdɑmpə(n)/
Afbrekingdam·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) dampt(hij) dampte
(zij) dampen(zij) dampten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) dampe(dat hij) dampte
(dat zij) dampen(dat zij) dampten
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
dampend, dampende(hebben) gedampt

Vertalingen

Esperantoelvapori