Informatie over het woord ontsporen (Nederlands → Esperanto: elreliĝi)

Synoniem: derailleren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɔntˈspoːrə(n)/
Afbrekingont·spo·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) ontspoor(ik) ontspoorde
(jij) ontspoort(jij) ontspoorde
(hij) ontspoort(hij) ontspoorde
(wij) ontsporen(wij) ontspoorden
(jullie) ontsporen(jullie) ontspoorden
(gij) ontspoort(gij) ontspoordet
(zij) ontsporen(zij) ontspoorden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) ontspore(dat ik) ontspoorde
(dat jij) ontspore(dat jij) ontspoorde
(dat hij) ontspore(dat hij) ontspoorde
(dat wij) ontsporen(dat wij) ontspoorden
(dat jullie) ontsporen(dat jullie) ontspoorden
(dat gij) ontsporet(dat gij) ontspoordet
(dat zij) ontsporen(dat zij) ontspoorden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
ontspoorontspoort
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
ontsporend, ontsporende(zijn) ontspoord

Voorbeelden van gebruik

In het noorden van Griekenland zijn twee treinen frontaal op elkaar gebotst, waarna een aantal wagons ontspoorde.
Een trein is donderdagochtend ontspoord ten noorden van de Italiaanse stad Milaan.
De trein kon ontsporen doordat regenwater een deel van het spoor had weggespoeld.
Niettemin, kunt u deze ontspoorde figuur geen genade schenken?

Vertalingen

Catalaansdescarrilar
Duitsentgleisen
Engelsderail
Esperantoelreliĝi; dereliĝi; eltrakiĝi
Spaansdescarrilar
Tsjechischvykolejit