Informatie over het woord abnegeren (Nederlands → Esperanto: abnegacii)

Synoniemen: afzweren, zich ontzeggen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɑpneˈɣeːrə(n)/
Afbrekingab·ne·ge·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) abnegeer(ik) abnegeerde
(jij) abnegeert(jij) abnegeerde
(hij) abnegeert(hij) abnegeerde
(wij) abnegeren(wij) abnegeerden
(jullie) abnegeren(jullie) abnegeerden
(gij) abnegeert(gij) abnegeerdet
(zij) abnegeren(zij) abnegeerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) abnegere(dat ik) abnegeerde
(dat jij) abnegere(dat jij) abnegeerde
(dat hij) abnegere(dat hij) abnegeerde
(dat wij) abnegeren(dat wij) abnegeerden
(dat jullie) abnegeren(dat jullie) abnegeerden
(dat gij) abnegeret(dat gij) abnegeerdet
(dat zij) abnegeren(dat zij) abnegeerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
abnegeerabnegeert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
abnegerend, abnegerende(hebben) geabnegeerd

Vertalingen

Catalaansrenunciar a; sacrificar
Duitsverleugnen; aufgeben; opfern
Engelsabnegate; deny oneself; renounce
Esperantoabnegacii
Faeröersavluta; avnokta; siga frá sær
Fransagir avec abnégation; faire abnégation de; renoncer à; se dévouer
Latijnabnegare
Portugeesabnegar