Informatie over het woord doppen (Nederlands → Esperanto: elguŝigi)

Synoniem: peulen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdɔpə(n)/
Afbrekingdop·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) dop(ik) dopte
(jij) dopt(jij) dopte
(hij) dopt(hij) dopte
(wij) doppen(wij) dopten
(jullie) doppen(jullie) dopten
(gij) dopt(gij) doptet
(zij) doppen(zij) dopten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) doppe(dat ik) dopte
(dat jij) doppe(dat jij) dopte
(dat hij) doppe(dat hij) dopte
(dat wij) doppen(dat wij) dopten
(dat jullie) doppen(dat jullie) dopten
(dat gij) doppet(dat gij) doptet
(dat zij) doppen(dat zij) dopten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
dopdopt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
doppend, doppende(hebben) gedopt

Vertalingen

Duitsaus den Schoten herauslösen
Esperantoelguŝigi