Informatie over het woord presteren (Nederlands → Esperanto: agi)

Synoniemen: ageren, bezig zijn, doen, handelen, optreden, te werk gaan, handelen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/prɛsˈteːrə(n)/
Afbrekingpres·te·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) presteer(ik) presteerde
(jij) presteert(jij) presteerde
(hij) presteert(hij) presteerde
(wij) presteren(wij) presteerden
(jullie) presteren(jullie) presteerden
(gij) presteert(gij) presteerdet
(zij) presteren(zij) presteerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) prestere(dat ik) presteerde
(dat jij) prestere(dat jij) presteerde
(dat hij) prestere(dat hij) presteerde
(dat wij) presteren(dat wij) presteerden
(dat jullie) presteren(dat jullie) presteerden
(dat gij) presteret(dat gij) presteerdet
(dat zij) presteren(dat zij) presteerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
presteerpresteert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
presterend, presterende(hebben) gepresteerd

Vertalingen

Engelsperform
Esperantoagi