Informatie over het woord seponeren (Nederlands → Esperanto: rifuzi konsideri)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/sepoˈneːrə(n)/
Afbrekingse·po·ne·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) seponeer(ik) seponeerde
(jij) seponeert(jij) seponeerde
(hij) seponeert(hij) seponeerde
(wij) seponeren(wij) seponeerden
(jullie) seponeren(jullie) seponeerden
(gij) seponeert(gij) seponeerdet
(zij) seponeren(zij) seponeerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) seponere(dat ik) seponeerde
(dat jij) seponere(dat jij) seponeerde
(dat hij) seponere(dat hij) seponeerde
(dat wij) seponeren(dat wij) seponeerden
(dat jullie) seponeren(dat jullie) seponeerden
(dat gij) seponeret(dat gij) seponeerdet
(dat zij) seponeren(dat zij) seponeerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
seponeerseponeert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
seponerend, seponerende(hebben) geseponeerd

Vertalingen

Engelsdismiss; drop
Esperantorifuzi konsideri