Informatie over het woord wegzwemmen (Nederlands → Esperanto: fornaĝi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈʋɛxzʋɛmə(n)/
Afbrekingweg·zwem·men

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) zwem weg(ik) zwom weg
(jij) zwemt weg(jij) zwom weg
(hij) zwemt weg(hij) zwom weg
(wij) zwemmen weg(wij) zwommen weg
(jullie) zwemmen weg(jullie) zwommen weg
(gij) zwemt weg(gij) zwomt weg
(zij) zwemmen weg(zij) zwommen weg
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) wegzwemme(dat ik) wegzwomme
(dat jij) wegzwemme(dat jij) wegzwomme
(dat hij) wegzwemme(dat hij) wegzwomme
(dat wij) wegzwemmen(dat wij) wegzwommen
(dat jullie) wegzwemmen(dat jullie) wegzwommen
(dat gij) wegzwemmet(dat gij) wegzwommet
(dat zij) wegzwemmen(dat zij) wegzwommen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
zwem wegzwemt weg
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
wegzwemmend, wegzwemmende(zijn) weggezwommen

Vertalingen

Esperantofornaĝi