Informatie over het woord evenaren (Nederlands → Esperanto: egaliĝi al)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/evəˈnaːrə(n)/
Afbrekingeve·na·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) evenaar(ik) evenaarde
(jij) evenaart(jij) evenaarde
(hij) evenaart(hij) evenaarde
(wij) evenaren(wij) evenaarden
(jullie) evenaren(jullie) evenaarden
(gij) evenaart(gij) evenaardet
(zij) evenaren(zij) evenaarden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) evenare(dat ik) evenaarde
(dat jij) evenare(dat jij) evenaarde
(dat hij) evenare(dat hij) evenaarde
(dat wij) evenaren(dat wij) evenaarden
(dat jullie) evenaren(dat jullie) evenaarden
(dat gij) evenaret(dat gij) evenaardet
(dat zij) evenaren(dat zij) evenaarden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
evenaarevenaart
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
evenarend, evenarende(hebben) geëvenaard

Vertalingen

Esperantoegaliĝi al