Informatie over het woord reanimeren (Nederlands → Esperanto: revivigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/rejaniˈmeːrə(n)/
Afbrekingre·a·ni·me·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) reanimeer(ik) reanimeerde
(jij) reanimeert(jij) reanimeerde
(hij) reanimeert(hij) reanimeerde
(wij) reanimeren(wij) reanimeerden
(jullie) reanimeren(jullie) reanimeerden
(gij) reanimeert(gij) reanimeerdet
(zij) reanimeren(zij) reanimeerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) reanimere(dat ik) reanimeerde
(dat jij) reanimere(dat jij) reanimeerde
(dat hij) reanimere(dat hij) reanimeerde
(dat wij) reanimeren(dat wij) reanimeerden
(dat jullie) reanimeren(dat jullie) reanimeerden
(dat gij) reanimeret(dat gij) reanimeerdet
(dat zij) reanimeren(dat zij) reanimeerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
reanimeerreanimeert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
reanimerend, reanimerende(hebben) gereanimeerd

Voorbeelden van gebruik

Hulpverleners probeerden hem te reanimeren, maar dat mocht niet baten.

Vertalingen

Esperantorevivigi