Informatie over het woord 'blootstellen' [dut] (epo: elmeti)

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijd	Verleden tijd
(ik) stel bloot	(ik) stelde bloot
(jij) stelt bloot	(jij) stelde bloot
(hij) stelt bloot	(hij) stelde bloot
(wij) stellen bloot	(wij) stelden bloot
(jullie) stellen bloot	(jullie) stelden bloot
(gij) stelt bloot	(gij) steldet bloot
(zij) stellen bloot	(zij) stelden bloot
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijd	Verleden tijd
(dat ik) blootstelle	(dat ik) blootstelde
(dat jij) blootstelle	(dat jij) blootstelde
(dat hij) blootstelle	(dat hij) blootstelde
(dat wij) blootstellen	(dat wij) blootstelden
(dat jullie) blootstellen	(dat jullie) blootstelden
(dat gij) blootstellet	(dat gij) blootsteldet
(dat zij) blootstellen	(dat zij) blootstelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/Meervoud	Meervoud
stel bloot	stelt bloot
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoord	Verleden deelwoord
blootstellend, blootstellende	(hebben) blootgesteld