Informatie over het woord voortzetten (Nederlands → Esperanto: daŭrigi)

Synoniem: verder gaan

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈvoːrtsɛtə(n)/
Afbrekingvoort·zet·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) zet voort(ik) zette voort
(jij) zet voort(jij) zette voort
(hij) zet voort(hij) zette voort
(wij) zetten voort(wij) zetten voort
(jullie) zetten voort(jullie) zetten voort
(gij) zet voort(gij) zettet voort
(zij) zetten voort(zij) zetten voort
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) voortzette(dat ik) voortzette
(dat jij) voortzette(dat jij) voortzette
(dat hij) voortzette(dat hij) voortzette
(dat wij) voortzetten(dat wij) voortzetten
(dat jullie) voortzetten(dat jullie) voortzetten
(dat gij) voortzettet(dat gij) voortzettet
(dat zij) voortzetten(dat zij) voortzetten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
zet voortzet voort
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
voortzettend, voortzettende(hebben) voortgezet

Voorbeelden van gebruik

Zullen we onze bespreking niet liever voortzetten onder het genot van het avondmaal?
Ik zet de zaak alleen voort.
De Japanners zetten heden hun aanvallen uit de lucht voort.

Vertalingen

Afrikaansaangaan; voortsit
Engelsprosecute; continue
Esperantodaŭrigi