Informatie over het woord vrijgeven (Nederlands → Esperanto: ellasi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈvrɛi̯ɣevə(n)/
Afbrekingvrij·ge·ven

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) geef vrij(ik) gaf vrij
(jij) geeft vrij(jij) gaf vrij
(hij) geeft vrij(hij) gaf vrij
(wij) geven vrij(wij) gaven vrij
(jullie) geven vrij(jullie) gaven vrij
(gij) geeft vrij(gij) gaaft vrij
(zij) geven vrij(zij) gaven vrij
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) vrijgeve(dat ik) vrijgave
(dat jij) vrijgeve(dat jij) vrijgave
(dat hij) vrijgeve(dat hij) vrijgave
(dat wij) vrijgeven(dat wij) vrijgaven
(dat jullie) vrijgeven(dat jullie) vrijgaven
(dat gij) vrijgevet(dat gij) vrijgavet
(dat zij) vrijgeven(dat zij) vrijgaven
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
geef vrijgeeft vrij
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
vrijgevend, vrijgevende(hebben) vrijgegeven

Voorbeelden van gebruik

De Tunesische regering heeft zaterdag de namen en foto’s vrijgegeven van vijf mensen die worden verdacht van betrokkenheid bij de moord op Shukrī Bilaʿīd.

Vertalingen

Esperantoellasi