Informatie over het woord strand (Nederlands → Esperanto: strando)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/strɑnt/
Afbrekingstrand
Geslachtonzijdig
Meervoudstranden

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
strandjestrandjes

Voorbeelden van gebruik

En op het strand lag een kleine boot.
Op het strand van het Portugese Algarve is het stoffelijk overschot gevonden van een Nederlandse toerist.
Toen hij een eindje langs het strand gelopen had, ging hij dan ook op een steen zitten om na te denken.
Wie was vanmorgen om vijf uur op het strand geweest?
De tweede boot kwam zonder dat er iets gebeurde aan bij het strand.

Vertalingen

DuitsStrand
Engelsbeach
Esperantostrando
Finsranta
Thaisหาดทราย; หาด