Informatie over het woord bezoeker (Nederlands → Esperanto: vizitanto)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/bəˈzukər/
Afbrekingbe·zoe·ker
Geslachtmanlijk
Meervoudbezoekers

Voorbeelden van gebruik

Nu begreep de bezoeker welke fout hij gemaakt had.

Vertalingen

Afrikaansbesoeker
Engelsvisitor
Esperantovizitanto
Papiamentsbishitante