Informatie over het woord onteigenen (Nederlands → Esperanto: eksproprietigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɔnˈtɛɪɣənə(n)/
Afbrekingont·ei·ge·nen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) onteigen(ik) onteigende
(jij) onteigent(jij) onteigende
(hij) onteigent(hij) onteigende
(wij) onteigenen(wij) onteigenden
(jullie) onteigenen(jullie) onteigenden
(gij) onteigent(gij) onteigendet
(zij) onteigenen(zij) onteigenden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) onteigene(dat ik) onteigende
(dat jij) onteigene(dat jij) onteigende
(dat hij) onteigene(dat hij) onteigende
(dat wij) onteigenen(dat wij) onteigenden
(dat jullie) onteigenen(dat jullie) onteigenden
(dat gij) onteigenet(dat gij) onteigendet
(dat zij) onteigenen(dat zij) onteigenden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
onteigenonteigent
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
onteigenend, onteigenende(hebben) onteigend

Voorbeelden van gebruik

Dat is de vreemdeling die jullie land heeft laten onteigenen.

Vertalingen

Engelsexpropriate
Esperantoeksproprietigi