Informatie over het woord boosheid (Nederlands → Esperanto: malboneco)

Synoniemen: slechtheid, kwaad

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈbosɦɛi̯t/
Afbrekingboos·heid
Geslachtvrouwelijk

Voorbeelden van gebruik

Meneer Ward sprak met de detectives in de vroegere bibliotheek van zijn zoon en ze voelden zich merkbaar opgelucht toen ze deze ten slotte verlieten, want er scheen in de kamer een vage sfeer van boosheid te hangen.

Vertalingen

DuitsSchlechtigkeit; Übelkeit; Bösartigkeit
Engelsbadness; evil
Esperantomalboneco; malbono
Nederduitskwåd
Portugeesmaldade; ruindade
Swahiliubaya