Informatie over het woord fideel (Nederlands → Esperanto: justa)

Synoniemen: billijk, fair, rechtvaardig

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/fiˈdel/
Afbrekingfi·deel

Trappen van vergelijking

Stellende trapfideel
Vergrotende trapfideler
Overtreffende trapfideelst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOvertreffende trap
Predicatieffideelfideler(het) fideelst, (het) fideelste
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudfidelefidelerefideelste
Onzijdig enkelvoudfideelfidelerfideelst
Meervoudfidelefidelerefideelste
Bepaaldfidelefidelerefideelste
Partitieffideelsfidelers 

Voorbeelden van gebruik

Dat is niet fideel.

Vertalingen

Catalaansjust
Deensretfærdig
Duitsbillig; gerecht; recht
Engelsfair
Esperantojusta
Faeröersrættvísur
Finsoikeudenmukainen
Fransjuste; moral
Maleisadil
Papiamentshusto; hustu
Poolssprawiedliwy
Portugeeseqüitativo; justo; reto
Saterfriesbillich; gjucht
Spaansjusto
Swahiliadili
Tsjechischoprávněný; spravedlivý
Zweedsriktig