Synoniemen: opgewonden raken, zich druk maken
Woordsoort | wederkerend werkwoord |
---|
Aantonende wijs | |
---|---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(ik) wind mij op | (ik) wond mij op |
(jij) windt je op | (jij) wond je op |
(hij) windt zich op | (hij) wond zich op |
(wij) winden ons op | (wij) wonden ons op |
(jullie) winden ons op | (jullie) wonden ons op |
(gij) windt u op | (gij) wondt u op |
(zij) winden zich op | (zij) wonden zich op |
Aanvoegende wijs | |
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(dat ik) mij opwinde | (dat ik) mij opwonde |
(dat jij) je opwinde | (dat jij) je opwonde |
(dat hij) zich opwinde | (dat hij) zich opwonde |
(dat wij) ons opwinden | (dat wij) ons opwonden |
(dat jullie) ons opwinden | (dat jullie) ons opwonden |
(dat gij) u opwindet | (dat gij) u opwondet |
(dat zij) zich opwinden | (dat zij) zich opwonden |
Gebiedende wijs | |
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
wind je op | windt je op |
Deelwoorden | |
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
zich opwindend, zich opwindende | (hebben) zich opgewonden |