Informatie over het woord opkringelen (Nederlands → Esperanto: volvi sin spirale supren)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔpkrɪŋələ(n)/
Afbrekingop·krin·ge·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) kringelt op(hij) kringelde op
(zij) kringelen op(zij) kringelden op
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) opkringele(dat hij) opkringelde
(dat zij) opkringelen(dat zij) opkringelden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
opkringelend, opkringelende(zijn) opgekringeld

Voorbeelden van gebruik

Uit de schoorsteen kringelde een rooksliert op.

Vertalingen

Esperantovolvi sin spirale supren