Informatie over het woord schandaliseren (Nederlands → Esperanto: ŝoki)

Synoniemen: aanstoot geven, choqueren, kwetsen, schokken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/sxɑndaliˈzerə(n)/
Afbrekingschan·da·li·se·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) schandaliseer(ik) schandaliseerde
(jij) schandaliseert(jij) schandaliseerde
(hij) schandaliseert(hij) schandaliseerde
(wij) schandaliseren(wij) schandaliseerden
(jullie) schandaliseren(jullie) schandaliseerden
(gij) schandaliseert(gij) schandaliseerdet
(zij) schandaliseren(zij) schandaliseerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) schandalisere(dat ik) schandaliseerde
(dat jij) schandalisere(dat jij) schandaliseerde
(dat hij) schandalisere(dat hij) schandaliseerde
(dat wij) schandaliseren(dat wij) schandaliseerden
(dat jullie) schandaliseren(dat jullie) schandaliseerden
(dat gij) schandaliseret(dat gij) schandaliseerdet
(dat zij) schandaliseren(dat zij) schandaliseerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
schandaliseerschandaliseert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
schandaliserend, schandaliserende(hebben) geschandaliseerd

Voorbeelden van gebruik

Sthelany liet echter in niets blijken dat ze was gekrenkt of geschandaliseerd.

Vertalingen

Catalaansxocar
DuitsAnstoß erregen
Engelsshock; appal; horrify
Esperantoŝoki
Faeröersskelka
Franschoquer; heurter
Portugeeschocar; melindrar
SaterfriesOunsteet reke
Spaanschocar; desagradar; escandalizar