Informatie over het woord laederen (Nederlands → Esperanto: malutili)

Synoniemen: afbreuk doen aan, benadelen, deren, schaden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/leˈdeːrə(n)/
Afbrekinglae·de·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) laedeer(ik) laedeerde
(jij) laedeert(jij) laedeerde
(hij) laedeert(hij) laedeerde
(wij) laederen(wij) laedeerden
(jullie) laederen(jullie) laedeerden
(gij) laedeert(gij) laedeerdet
(zij) laederen(zij) laedeerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) laedere(dat ik) laedeerde
(dat jij) laedere(dat jij) laedeerde
(dat hij) laedere(dat hij) laedeerde
(dat wij) laederen(dat wij) laedeerden
(dat jullie) laederen(dat jullie) laedeerden
(dat gij) laederet(dat gij) laedeerdet
(dat zij) laederen(dat zij) laedeerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
laedeerlaedeert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
laederend, laederende(hebben) gelaedeerd

Voorbeelden van gebruik

Deze procedures zijn op zijn minst toegankelijk voor al wie belang heeft—of heeft gehad—bij de gunning van een bepaalde overheidsopdracht en door een vermeende schending van de voorschriften is—of dreigt te worden—gelaedeerd.

Vertalingen

Duitsbeeinträchtigen
Engelsharm; damage
Esperantomalutili
Fransnuire
Italiaansnuocere
Portugeesdanificar; prejudicar
Saterfriesskoadje
Spaansperjudicar