Informatie over het woord bijeenharken (Nederlands → Esperanto: kunrasti)

Synoniem: bijeenrijven

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bɛi̯ˈjenɦɑrkə(n)/
Afbrekingbij·een·har·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) hark bijeen(ik) harkte bijeen
(jij) harkt bijeen(jij) harkte bijeen
(hij) harkt bijeen(hij) harkte bijeen
(wij) harken bijeen(wij) harkten bijeen
(jullie) harken bijeen(jullie) harkten bijeen
(gij) harkt bijeen(gij) harktet bijeen
(zij) harken bijeen(zij) harkten bijeen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) bijeenharke(dat ik) bijeenharkte
(dat jij) bijeenharke(dat jij) bijeenharkte
(dat hij) bijeenharke(dat hij) bijeenharkte
(dat wij) bijeenharken(dat wij) bijeenharkten
(dat jullie) bijeenharken(dat jullie) bijeenharkten
(dat gij) bijeenharket(dat gij) bijeenharktet
(dat zij) bijeenharken(dat zij) bijeenharkten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
hark bijeenharkt bijeen
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bijeenharkend, bijeenharkende(hebben) bijeengeharkt

Voorbeelden van gebruik

De bediende Joost, die in de tuin bezig was bladeren bijeen te harken, keek verbaasd op.

Vertalingen

Esperantokunrasti