Informatie over het woord opbruisen (Nederlands → Esperanto: eferveski)

Synoniemen: bruisen, opbobbelen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔbrœy̯sə(n)/
Afbrekingop·brui·sen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) bruist op(hij) bruiste op
(zij) bruisen op(zij) bruisten op
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) opbruise(dat hij) opbruiste
(dat zij) opbruisen(dat zij) opbruisten
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
opbruisend, opbruisende(zijn) opgebruist

Vertalingen

Duitsaufbrausen; aufwallen
Engelseffervesce
Esperantoeferveski
Faeröersbrala
Portugeesefervescer