Informatie over het woord evaporeren (Nederlands → Esperanto: vaporigi)

Synoniemen: doen verdampen, indampen, uitdampen, verdampen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/evapoˈrerə(n)/
Afbrekingeva·po·re·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) evaporeer(ik) evaporeerde
(jij) evaporeert(jij) evaporeerde
(hij) evaporeert(hij) evaporeerde
(wij) evaporeren(wij) evaporeerden
(jullie) evaporeren(jullie) evaporeerden
(gij) evaporeert(gij) evaporeerdet
(zij) evaporeren(zij) evaporeerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) evaporere(dat ik) evaporeerde
(dat jij) evaporere(dat jij) evaporeerde
(dat hij) evaporere(dat hij) evaporeerde
(dat wij) evaporeren(dat wij) evaporeerden
(dat jullie) evaporeren(dat jullie) evaporeerden
(dat gij) evaporeret(dat gij) evaporeerdet
(dat zij) evaporeren(dat zij) evaporeerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
evaporeerevaporeert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
evaporerend, evaporerende(hebben) geëvaporeerd

Vertalingen

Deenslade fordampe
Engelsevaporate
Esperantovaporigi
Portugeesvaporizar