Informatie over het woord nitreren (Nederlands → Esperanto: nitrizi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/niˈtrerə(n)/
Afbrekingni·tre·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) nitreer(ik) nitreerde
(jij) nitreert(jij) nitreerde
(hij) nitreert(hij) nitreerde
(wij) nitreren(wij) nitreerden
(jullie) nitreren(jullie) nitreerden
(gij) nitreert(gij) nitreerdet
(zij) nitreren(zij) nitreerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) nitrere(dat ik) nitreerde
(dat jij) nitrere(dat jij) nitreerde
(dat hij) nitrere(dat hij) nitreerde
(dat wij) nitreren(dat wij) nitreerden
(dat jullie) nitreren(dat jullie) nitreerden
(dat gij) nitreret(dat gij) nitreerdet
(dat zij) nitreren(dat zij) nitreerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
nitreernitreert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
nitrerend, nitrerende(hebben) genitreerd

Voorbeelden van gebruik

Dit reagens wordt gebruikt om aromatische verbindingen te nitreren in het proces dat bekendstaat als de elektrofiele aromatische substitutie.

Vertalingen

Engelsnitrate
Esperantonitrizi