Informatie over het woord buitenpoort (Nederlands → Esperanto: ekstera pordego)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈbœy̯tə(m)port/
Afbrekingbui·ten·poort
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudbuitenpoorten

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
buitenpoortjebuitenpoortjes

Voorbeelden van gebruik

Rhialto arriveerde bij de buitenpoort van zijn domein.
Hij sloeg geen acht op haar gespartel en haar kreten en liep regelrecht op de buitenpoort af.

Vertalingen

Esperantoekstera pordego