Informatie over het woord gardist (Nederlands → Esperanto: gvardiano)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɣɑrˈdɪst/
Afbrekinggar·dist
Geslachtmanlijk
Meervoudgardisten

Voorbeelden van gebruik

Er kwam een gardist binnengestormd die de hertog begroette en hem een klein briefje gaf.
De magere man schudde met zijn vuist naar de dikke, en schreeuwde, terwijl een groep koninklijke gardisten slecht op hun gemak naar de ruzie tussen hun twee koningen keken.

Vertalingen

Engelsguard
Esperantogvardiano