Informatie over het woord insectenspuit (Nederlands → Esperanto: kontraŭinsekta ŝprucigilo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɪnˈsɛkə(n)spœy̯t/
Afbrekingin·sec·ten·spuit

Voorbeelden van gebruik

Gewapend met een insectenspuit snelde ze achter Tom Poes aan naar de plek waar heer Bommel zich te water had begeven.

Vertalingen

Esperantokontraŭinsekta ŝprucigilo