Informatie over het woord neerknielen (Nederlands → Esperanto: genuiĝi)

Synoniem: knielen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈnerknilə(n)/
Afbrekingneer·knie·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) kniel neer(ik) knielde neer
(jij) knielt neer(jij) knielde neer
(hij) knielt neer(hij) knielde neer
(wij) knielen neer(wij) knielden neer
(jullie) knielen neer(jullie) knielden neer
(gij) knielt neer(gij) knieldet neer
(zij) knielen neer(zij) knielden neer
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) neerkniele(dat ik) neerknielde
(dat jij) neerkniele(dat jij) neerknielde
(dat hij) neerkniele(dat hij) neerknielde
(dat wij) neerknielen(dat wij) neerknielden
(dat jullie) neerknielen(dat jullie) neerknielden
(dat gij) neerknielet(dat gij) neerknieldet
(dat zij) neerknielen(dat zij) neerknielden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
kniel neerknielt neer
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
neerknielend, neerknielende(zijn) neergeknield

Voorbeelden van gebruik

Dokter Cartwright ging erheen en knielde neer bij het lijk.

Vertalingen

Deensknæle
Duitsniederknien; auf die Knie fallen
Engelskneel down
Esperantogenuiĝi; surgenuiĝi; ekgenui
Franss’agenouiller
Italiaansinginocchiarsi
Spaansarrodillarse